( Mycetozoa ) Slijmzwammen

De slijmzwammen (Mycetozoa) zijn een groep eukaryote organismen, die zich voortplanten door middel van sporen. De positie van de groep is sterk aan verandering onderhevig en staat nog ter discussie. Voorheen werden ze tot het rijk schimmels, in de supergroep Opisthokonta gerekend. Later werden ze vaak in de supergroep Amoebozoa geplaatst, maar er zijn ook auteurs die ze als een apart eukaryoot rijk, naast onder andere plantendieren en schimmels, beschouwen.
Slijmzwammen komen veel voor, maar zijn meestal onopvallend. Een beperkt aantal soorten heeft een Nederlandse naam zoals heksenbotergewone boomwrat en zilveren boomkussen.
Het belangrijkste microhabitat is dood hout, daarnaast zijn de schors van levende bomen, verrottend plantmateriaal in de strooisellaag, bodems en dierlijke uitwerpselen van belang. Een zeldzame bijzondere vorm, vooral van tropische soorten, is de kolonisatie van levende bladeren van planten. Meestal komen slijmzwammen voor in open bossen (hakhoutbossen), maar zodra de basisvoorwaarden aanwezig zijn, zijn slijmzwammen ook te vinden op ongewone plaatsen, zoals in woestijnen (alleen al voor de Sonorawoestijn zijn 33 soorten bekend), in het smeltwater van alpiene gebieden en in regio's van bijzonder hoge breedtegraden.
Plasmodiale slijmzwammen
De plasmodiale slijmzwammen (Myxomycota of Myxogastria) bestaan uit cellen die zijn samengevoegd tot een kruipend plasmodium. Het geheel kan eruitzien als een klodder slijm en zich gedragen als een grote amoebe met vele celkernen. Er is een soort die op deze manier 80 centimeter groot kan worden.
Voor de voortplanting vormt het plasmodium een beschermend vlies waarop sporenlichamen groeien. De sporen verspreiden zich, en daaruit ontstaan eencellige organismen, die weer uit kunnen groeien tot een plasmodium.
(Wikipedia)
Back to Top